Schrijf een programma dat voor een set van positieve integers en een integer K, alle subsets berekent die als som K hebben.
Invoer
Op de eerste regel staat gescheiden door een komma het aantal getallen in de set (<=10) en het getal K (<100)
Op de volgende regels staan de getallen in de set.
Uitvoer
Als uitvoer geeft je programma het aantal mogelijke subsets.
Voorbeeld invoer
7 35
10
7
5
18
12
20
15
Voorbeeld uitvoer
3
De 3 subsets zijn:
{10, 7, 18} want 10 + 7 + 18 = 35.
{10, 5, 20} want 10 + 5 + 20 = 35.
{20, 15} want 20 + 15 = 35.